-
1 braquer
braquer [braakee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:3 être braqué contre qn. • een wrok tegen iemand koesteren, vooringenomen zijn tegen iemandêtre braqué contre qc. • vijandig tegenover iets staan1 zich verzetten ⇒ opstuiven, boos worden1. v1) richten (op)2) draaien, keren5) wendbaar zijn [auto]2. se braquer (contre)v -
2 être braqué contre qn.
être braqué contre qn.een wrok tegen iemand koesteren, vooringenomen zijn tegen iemand -
3 Groll
〈m.; Groll(e)s〉♦voorbeelden: -
4 bear malice towards/to/against someone
bear malice towards/to/against someoneEnglish-Dutch dictionary > bear malice towards/to/against someone
-
5 malice
-
6 nurse
n. zuster, verpleegster--------v. aan de borst zijn; verplegen, verzorgen; zogen, borstvoeding gevennurse1[ nə:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 verpleegster/pleger ⇒ verpleegkundige3 voedster♦voorbeelden:1 male nurse • verpleger, ziekenbroederregistered nurse • verpleegkundige met staatsdiplomanurse! • zuster!————————nurse22 min zijn♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:5 nurse a grievance/grudge against someone • een grief/wrok tegen iemand koesterennurse plants • planten met zorg omgeven/koesteren -
7 nurse a grievance/grudge against someone
nurse a grievance/grudge against someoneeen grief/wrok tegen iemand koesterenEnglish-Dutch dictionary > nurse a grievance/grudge against someone
-
8 grollen
-
9 mit jemandem grollen
(mit) jemandem grollen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский